Na onze avonturen door de outback, langs de Great Ocean Road en via Melbourne, was ons volgende doel Sydney. Een stad die tot de verbeelding spreekt met het operahuis, de beroemde Harbour Bridge, bekende stranden, surfers, … We kunnen bijna niet wachten om het allemaal te ontdekken. Maar aangezien we met de auto zijn, rijden we het hele stuk tussen Melbourne en Sydney, noordwaarts langs de kust van New South Wales. En wat blijkt, de rit ernaartoe is minstens even leuk en mooi als uiteindelijk de stad zelf.
We hadden eigenlijk geen idee wat we konden verwachten van onze tocht van Melbourne naar Sydney. Er liggen geen grote ‘bekende’ steden of bezienwaardigheden tussen. Eens je er rijdt echter, passeer je het ene mooie stuk na het andere, vol stranden en natuurparken, met daartussen prachtige dorpen en kleine steden. Achteraf gezien hadden we hier gerust een week langer voor kunnen voorzien en we zouden heel graag op een dag terugkomen om deze streek nog eens goed te ontdekken.
Lake Tyers
Onze eerste stop na Melbourne is Lake Tyers, nog steeds in de staat Victoria. We komen er terecht op Lake Tyers Camp & Caravan Park, waar we 2 nachten blijven. We hadden op voorhand op de Wikicamps App gelezen dat er twee topspots waren met een fantastisch zicht op de zee. Jammer genoeg waren ze al geboekt, mensen bellen vaak op voorhand om die plaats al te reserveren. Maar de tweede nacht, was dé beste plaats wel vrij. Haken uit de grond dus, annex los en snel met de auto naar de andere plaats. Heel wat gedoe om te verhuizen maar het was de moeite waard! Oordeel zelf…
Lake Tyers is een onderdeel van East Gippsland, een prachtig meer dat eindigt in de zee met zandbanken en veel wildlife! Een walhalla voor elke zichzelf respecterende visser dus. Wat ook duidelijk te merken is op onze camping. De helft van de gasten heeft zijn eigen boot mee en er is zelfs een speciale plaats voorzien om het visgerei en de boot af te spoelen. Alhoewel we wel eens graag zouden gaan vissen, blijven we toch gewoon op de camping. Er moet gewerkt worden, de kindjes krijgen les en ‘s avonds gaan we nog wandelen op het prachtige lange maar heel winderige strand. Een geslaagde stop!
Eden
Walvissen spotten
Deze kleine stad is eigenlijk één van de plekken om de grote migratie van de Humpback Whales te bewonderen. Als je er passeert tussen april en november wel te verstaan… En aangezien wij er net begin december zijn missen we deze magnifieke dieren op 2 à 3 weken. Super jammer (zonder de autopech hadden we het waarschijnlijk wel net gehaald), maar niet aan te doen. We gaan wel nog eens naar één van de uitkijkpunten. Je weet maar nooit dat er een verdwaalde walvis passeert… Maar geen geluk ?.
Het is ook een plek met een rijke geschiedenis als walvisstation, waar vroeger walvissen gevangen en gedood werden. Gelukkig zijn deze praktijken verleden tijd, maar het is nog steeds interessant om te lezen en te bezichtigen hoe het er vroeger allemaal aan toe ging.
Kamperen aan het strand
Aangezien we voor de walvissen hier nu niet moeten zijn, genieten we van het strand dat vlakbij onze camping ligt. De kindjes willen er gaan spelen, maar er staat een verschrikkelijk harde wind! Veel te koud om in het water te gaan dus! Maar goed, we nemen de stoeltjes mee naar het strand, zetten ons met onze rug tegen de wind in en laten de kindjes vrolijk zandkastelen bouwen. Na een goede 45 minuten zijn we chter volledig gezandstraald, zit er zandkorrels tot in onze oren en besluiten we maar terug te gaan naar onze camping. Een hele leuke trouwens, tussen een meer en het strand, ware het net dat we door de harde wind niet zo goed geslapen hebben, voor de verandering.
Central Tilba
Terwijl we verder noordwaarts rijden, lezen we in de Lonely Planet over twee dorpjes die de moeite waard zouden zijn om te bezoeken, Central Tilda en Tilda Tilda. Central Tilda schijnt de leukste van de twee te zijn, dus daar gaan we naartoe. En dan blijkt dit dorpje plots één van de gezelligste en mooiste dorpjes te zijn die we in heel onze Australië reis gezien hebben. Fantastisch toch, die onverwachtse ontdekkingen!
Na een picknick naast de kaasfabriek met uiteraard een heerlijk stukje artisanale kaas, wandelen we de hoofdstraat in. We kijken echt onze ogen uit. Het dorp is nog heel goed bewaard gebleven en vele huizen dateren uit het begin van de 20ste eeuw. Prachtige houten huizen, een beetje in vintage stijl, omgeven door bloemen en planten. We zouden hier zo een huisje willen kopen!
En vol mooie winkeltjes met artisanale producten, kunst en nog vele andere spullen. De meisjes (en ook een beetje mama) kunnen hun geluk niet op, en zelfs papa wordt er enthousiast van! Alhoewel kopen niet echt aan de orde is, zowel qua budget als qua plaats in de koffers. Dan maar genieten van al dat moois en nog een heerlijk ijsje eten!
Potato Point
Hoe verder we rijden, hoe meer prachtige stranden we tegenkomen onderweg. Nooit geweten dat hier zoveel langerekte stranden zijn! Sommige lopen wel voor meer dan 100 km door en bijna allemaal zijn ze zo goed als verlaten, op enkele surfers na! Wat een natuurpracht, wat een weelde. Volgens ons beseffen de Australiërs toch niet altijd goed hoeveel geluk ze hebben met een dergelijk landschap!
We gaan op zoek naar een camping dicht bij de zee, want we willen graag nog eens kamperen met zicht op de oceaan en het strand binnen handbereik. We vinden een camping aan Potato Point, helemaal afgelegen, via een lange gravelweg te bereiken. En dan ontplooit zich een klein stukje paradijs voor onze ogen. Deze camping ligt aan een magniefiek strand en zit vol kangoeroes en wallabies die vrolijk rondhuppelen tussen de tenten en campervans. We zien zelfs een slang in het duingras!
We hebben gelukkig nog plaats dicht bij het strand, maar niet meer aan één van de vuurkorven die opgesteld staan op de grens tussen het gras en het zand. Het is duidelijk een hele populaire camping. We zijn hier in het weekend en aan het begin van de verlofperiode, en vele Australische families strijken hier neer. Ik hoop dat we ooit terugkomen naar Australië, want dan voorzien we zeker enkele dagen op deze fantastische plek!! ‘s Avonds genieten we nog van een mooie zonsondergang en een wandeling langs het strand voor we moe maar tevreden in onze tent kruipen.
Jervis Bay
Pijlstaartroggen
Op weg naar Jervis Bay, stoppen we bij een park aan de zee om te picknicken. En we hadden gelezen dat als je geluk hebt, en de vissers zijn net de vis aan het kuisen, kan je er enkele pijlstaartroggen zien. En het geluk is aan onze kant! We zien er 3 zwemmen tussen een bende pelikanen! Nooit geweten dat ze zooo groot zijn! Een speciale ervaring om ze zo door het water te zien glijden! Ongelooflijk toch, die natuurpracht en dieren die je hier kan zijn in Australië. En dan rijden we verder naar Jervis Bay.
Hyams Beach
Deze baai is één van de plaatsen waar vele Australiërs naartoe trekken tijdens hun jaarlijkse vakantie. Zoals we eerder al zeiden, heeft Australië honderden, duizenden stranden. Maar af en toe springt er nog eens exra uit, eentje dat net nog een beetje mooier is dan al die andere magnifieke stranden. In Jervis Bay vind je zo enkele hagelwitte stranden, zachtaflopend in de zee en zonder al te hoge golven, ideaal dus kinderen . Wij bezoeken er eentje, Hyams Beach, één van de bekenste en witste stranden in de regio.
En wat doe je dan wanneer het mooi weer is, je een prachtig wit strand voorgeschoteld krijgt en een azuurblauwe zee! Juist, bikini en zwembroek aan, en in de zee om daarna nog even na te genieten op het strand. Dolle pret dus en het is moeilijk om de meisjes weer mee te krijgen naar de auto zodat we onze tocht kunnen verder zetten. Bovendien wouden we toch niet te lang in de volle zon, het blijft toch uitkijken voor een zonneslag of verbranden. Maar wat een mooie plek! We waanden ons bijna op één of ander tropisch eiland! ‘s Avonds overnachten we nog op een uurtje van Sydney op een camping aan de zee voor heel weinig geld. Soms kan het leven gewoon zo simpel zijn!
En dan komen we eindelijk aan in Sydney… Maar dat is voor ons volgende berichtje!
Pingback: Reisdagboek #13: Sydney, een stad met vele troeven! · The Global Wizards